Zangersweekend: In Stilo Concertato

Johann Stadlmayr (?-1648)

Dixit Dominus (psalm 109)
uit: In primis Vesperis, de Festis et de Domenicis, Innsbruck, 1641

Lauda Jerusalem (psalm 147)
uit: De beata Virgine, & de Virginibus, Innsbruck, 1641)

Nisi Dominus (psalm 126)
uit: De beata Vigine, & de Virginibus, Innsbruck, 1641)

Claudio Monteverdi (1567-1643)

Gloria à 7 voci
Concertato con due violini, 4 tromboni e BC
uit: Selva Morale e spirituale, Venetië, 1640-41)

Magnificat a otto voci con sei istromenti
CATB, CATB, 2 violini, 4 tromboni + BC
uit: Selva Morale e spirituale, Venetië, 1640-41)

Ave maris stella: Hymnus à 8
uit: Vespro della Beata Vergine da concerto, Venetië, 1610)

Johann Rosenmüller (ca.1619-1684)

Magnificat à 18
CATB, CATB, 2 violini, 2 ctti, 3 tbni, +BC

Vrijdag 5 mei
18:00 - 19:00: aanmelden
19:00 - 22:00: TUTTI-repetitie

Zaterdag 6 mei - met vocale coach
10:00 - 13:00: partiële repetitie met zangers en blazers apart
14:30 - 17:30: TUTTI-repetitie
20:00 - 22:00: TUTTI-repetitie

Zondag 7 mei
10:30 - 13:00: TUTTI-repetitie
14:00 - 15:00: generale repetitie
16:00 - 16:45: toonmoment
17:00: afsluiting

We werken met een vierstemmige bezetting, waarbij het ensemble met 3 à 4 per stem zingt voor de ripienopassages. De sololijnen vullen we in met 1 of 2 per stem, al naargelang de inschrijvingen en het niveau van de zangers. In het inschrijvingsformulier kan je aangeven of je in aanmerking wil komen voor een solopartij.

Daarnaast worden we ondersteund door 2 barokviolen, 2 cornetti, 4 tromboni, een violone, theorbe en positief orgel. Als je hiervoor in aanmerking wil komen, neem je contact op met Wim Becu via wim.becu [at] telenet.be. De instrumentale partijen zijn alleen bedoeld voor conservatoriumstudenten en preprofessionelen.

• Je bent toonvast
• Je hebt een goed gevoel voor ritme
• Je bent zelfzeker in meer complexe meerstemmigheid
• Je bent zelfzeker in kleinere bezetting (16 à 20 zangers)
• Je kan vlot noten lezen
• Je kan zelfstandig muziek voorbereiden
• Je hebt interesse in muziek uit de vroeg-barok

Vereisten voor de instrumentisten: je bent preprofessioneel bezig met muziek door een opleiding aan een conservatorium of gelijkwaardig.

In de vesperpsalmen van Stadlmayr worden nog enkele hoge instrumenten ingezet om mee een tutti gevoel aan te geven. Het solistisch bezette vocale koor bezingt de muzikaal uitgewerkte psalmteksten  en de ripieno- zangers en instrumentalisten verdubbelen de tutti momenten. Over componist Stadlmayr is niet veel informatie bekend maar wij weten wel dat hij na zijn opdracht als kapelmeester van de  Bisschop van Salzburg (1604) werd benoemd tot hofkapelmeester van eerst Aartshertog Maximiliaan en later aan het hof van Leopold in Innsbruck werkzaam was.  De verzameling met 16 psalmzettingen werden uitgegeven door Michael Wagner in 1641 in Innsbruck.

Na Monteverdi’s Vespro della beata Vergine uit 1610 moeten wij tot 1640/41 wachten tot de componist een tweede grote bundel met religieuze werken laat drukken in Venetië, de Selva Morale e Spirituale. Uit deze bundel kozen wij het Gloria à 7 en het Magnificat voor acht stemmen, 2 violen, 4 trombones en basso continuo.  Het is interessant om hier de aanpak van Monteverdi te vergelijken met die van zijn Oostenrijkse collega Stadlmayr.  Het eerste wat opvalt is dat de muziek ook in twee koren is genoteerd en dat Monteverdi niet bang is om zijn zangers snel en beweeglijk te laten zingen.

In beide werken is ook een soort van orkestratie aangegeven in de vorm van de aanduiding: “tutti” oftewel “iedereen samen”.  De concerterende zangers worden op bepaalde plaatsen in het werk aangevuld met de overige zangers en met de instrumenten.  Monteverdi voegt ook kleine instrumentale ritornelli toe tussen de verschillende tekstdelen.  In het Magnificat krijgen de instrumentale partijen een ondersteunende functie en maakt Monteverdi ruimte voor een ruimere emotionele invulling van de vocale partijen afgewisseld met grote tutti passages.  Van deze werken zijn er ook een facsimile partijen beschikbaar die uiteraard door de uitvoerders mogen worden gebruikt.

Johann Rosenmüller componeerde zijn Magnifcat voor 18 stemmen en instrumenten en maakt er een echt barokwerk van waarin  hij de stijlkenmerken die wij al hoorden bij Stadlmayr en Monteverdi nog verder uitwerkt en er een wervelend geheel van maakt van wel 15 minuten wat voor die tijd echt vooruitstrevend is.  Solostemmen dialogeren met elkaar en worden ondersteund door een mooi instrumentaal ensemble dat ook vaak een eigen functie heeft.  De basso continuo groep heeft hier een opvallende ondersteunende en ook solerende rol.  Het slot van het werk wordt magistraal ingezet met een grote fuga voor alle stemmen en instrumenten.  Jammer dat deze muziek zo weinig wordt uitgevoerd !

• partituren
• broodmaaltijd op vrijdagavond, avondmaaltijd op zaterdagavond, lunch op zaterdag en zondag
• koffie/thee/water doorheen het weekend