Nu 20% korting in onze webshop

Sluiten

U bent hier

Artikel

Ook met een amateurkoor kan je klassieke en lichte muziek combineren. Als je met je klassieke koor lichte muziek gaat zingen, moet je je bewust zijn van de verschillen. Waar moet je aan werken met je koor om lichte muziek stijleigen te laten klinken? Een introductie door Tijs Krammer, muzikaal leider van Vocal groups Twelve, Fuse en The Jump. Hij is cursusleider van de opleiding Dirigent Licht Vocaal, docent bij de dirigentenopleiding Vocal Leadership en bij de opleiding koordirectie. 

Klassieke muziek en lichte muziek zijn vaak twee gescheiden werelden. Klassieke muziek beluister je in een concertzaal of in een devote kerk, in de pauze drink je koffie of thee. Naar lichte muziek luister je in rumoerige zaaltjes en in de open lucht en daarbij drink je bier. Ook voor muzikanten ligt er meestal een flinke kloof tussen de klassieke en de lichte muziek. Het is ondenkbaar dat een sopraan de ene dag een oratoriumaria zingt en de andere dag leadzangeres is in een band. Net zo is het ondenkbaar dat een jazzzangeres met haar doorrookte stem ineens opera gaat zingen. Er zijn weinig muzikanten die zich in beide werelden staande weten te houden.

In de koorwereld liggen de klassieke en de lichte muziek wat dichter bij elkaar. Er zijn beroemde vocal groups die beide genres zingen. In de jaren ’60 maakten de Swingle Singers furore met hun Jazz Sebastian Bach. Zij zongen polyfone muziek met een elegante jazzfeel, begeleid door een combo. Diezelfde Swingle Singers zongen ook a capellapop en eigentijdse hippe volksmuziekarrangementen. Een ander voorbeeld zijn de King’s Singers. Die zes mannen voeren nog steeds op hoog niveau klassieke Engelse en Italiaanse madrigalen uit, maar zijn ook erg geliefd om hun vocale popliedjes.
 

Zangersweekend vocale pop

Op 24-26 januari 2025 komt Tijs Krammer ook naar Antwerpen als docent van ons Zangersweekend Vocale Pop. We nemen je mee op een popreis doorheen de tijd met werken van Stevie Wonder, Sting, Ed Sheeran, ...

Meer info

Vast tempo en backbeat

In klassieke en lichte muziek wordt anders omgegaan met tempo. In de meeste klassieke muziek verandert het tempo voortdurend. Een nummer uit de pop of jazz heeft echter meestal een vast tempo dat zo ‘strak’ mogelijk wordt aangehouden. Voor een dirigent is er in de lichte muziek dus nauwelijks nog reden om het tempo aan te geven! De rol van een dirigent is om de zangers te inspireren. Bij het vaste tempo van pop en jazz worden er opvallende accenten gespeeld op de lichte maatdelen. Men noemt dat de backbeat (in het Nederlands vaak foutief aangeduid als de afterbeat). In een vierkwartsmaat zijn dat accenten op de tweede en vierde tel. In de jazz speelt de drummer de backbeat meestal op de hi-hat, in de pop meestal op de snare drum. De zangers moeten leren om de backbeat aan te voelen. In de repetities kan je de zangers daarbij helpen door hem aan te geven met een vingerknip. Dat geluid is voor de zangers goed hoorbaar en toch niet te opdringerig.
 


Swing feel 

Een opvallend stijlelement uit de jazz is swing feel. Elke kwart wordt opgedeeld in een lange en een korte noot, waarbij de langere noot twee keer zo lang duurt als de korte noot. Je kan dat noteren zoals in figuur 1. We nemen als voorbeeld de melodie van They can’t take that away from me van Gershwin (figuur 2). De partituur gaat er echter met al die triolen onoverzichtelijk uitzien. Daarom heeft men afgesproken dat je het kan noteren zoals in figuur 3.

De aanduiding ‘Swing feel’ boven een muziekstuk geeft dus aan dat alle achtsten gelezen moeten worden met swingopvatting. In plaats daarvan kom je ook de aanduidingen ‘Triplet feel’, ‘Shuffle’, ‘Ongelijke achtsten’ of eenvoudigweg ‘Swing’ tegen. Al die aanduidingen betekenen dus hetzelfde. Het zingen met swing feel vergt voor een klassiek koor behoorlijk wat oefening. Een fout die vaak wordt gemaakt, is dat de syncopen staccato worden gezongen. Mooier is het om de noten te blijven verbinden, zodat er een vloeiende lijn ontstaat. Zorg er verder voor dat de timing van de syncopen ontspannen is, liever aan de late kant worden genomen dan te snel!


Fly me to the moon is een heerlijk jazznummer van Frank Sinatra. Dat gaan we samen zingen in swing. In deze video leert Hannelore Primusz je het refrein stap voor stap aan. Meer video's? Ga dan naar de website Start to Sing. start-to-sing.be

Scoops

In de lichte muziek worden de noten minder ‘netjes’ gezongen dan in de klassieke muziek. In de jazz en pop worden noten bijvoorbeeld vaak ‘van onderen genomen’. Dat noemt men scooping (Engels voor scheppen). In de jazz worden noten soms ook van boven gezongen. Hier staan wat scoops die Frank Sinatra zingt in Fly me to the moon. Ook met een koor kunnen scoops worden gemaakt. Dat geeft een prettige, ontspannen klank. Voor veel zangers met een klassieke achtergrond zal het wel even wennen zijn, want ze hebben altijd geleerd dat noten juist nooit van onderen genomen mogen worden.
 


Percussief zingen

In de klassieke muziek zingt men over het algemeen legato. In de lichte muziek klinkt het juist lekker als je elke noot aanzet met een klein accent en daarna het volume terugneemt. Op die manier benadruk je het ritmische karakter van de muziek. Die manier van zingen zou je ‘percussief’ kunnen noemen. Als je I got rhythm van Gershwin legato zingt, ziet het volume eruit zoals in de eerste figuur. In de loop van elke noot blijft het volume constant. De noten maken gezamenlijk één vloeiende lijn. De percussieve manier van zingen zie je in figuur twee. Elke noot begint luid en wordt daarna snel zachter. De aandacht gaat op die manier naar het begin van elke noot en het ritme komt zo sterker naar voren. Voor klassieke zangers is percussief zingen een hele nieuwe ervaring. Maar als ze het eenmaal te pakken hebben, vinden ze het meestal heel leuk om te doen.


Ten slotte nog dit. Eén van de aantrekkelijke kanten van de lichte muziek is het uit het hoofd zingen. Je hebt daardoor veel directer contact met je publiek. Dus weg met die mappen met bladmuziek! Veel klassieke zangers zijn het niet gewend. Ze zullen zeggen dat ze niet uit het hoofd kunnen zingen. Maar laat ze het gewoon doen. Ze kunnen het wel en ze zullen ontdekken hoeveel vrijheid en plezier dat geeft in het zingen.

Terug naar boven