Vlaanderen heeft zijn iconen in de koorwereld en Luc Anthonis hoort daar ongetwijfeld bij. Na 43 jaar neemt hij als dirigent afscheid van het Ekerse jeugdkoor Cantilene. Een mijlpaal. Samen met enkele andere mensen heeft hij het Vlaamse koorlandschap drastisch veranderd door de Ekerse C-koren mee vorm te geven. Daarmee heeft hij ook andere koorfamilies zoals Arte Musicale met o.a. Furiant, VZW Waelrantkoren met Marleen De Boo en Caloroso waar Inge Sykora artistiek verantwoordelijke is, geïnspireerd. Als ik peil naar wat hij zelf zijn grootste verdienste vindt bij de C-koren klinkt het heel bescheiden: ‘Het bij elkaar houden van de koorfamilie is altijd mijn grootste betrachting geweest!’
Hoe is het begonnen?
Luc: ‘Cantilene is onder impuls van priester Jef Cleymans in 1977 ontstaan. Al in 1968 had Jef het kinderkoor Carmina (toen onder de naam De Lambertijntjes n.v.d.r.) en het volwassenkoor Con Amore opgericht maar hij voelde een leemte tussen beide koren waardoor de doorstroming van jeugd moeilijk ging. Daarom richtte hij Cantilene op waar ik van in het begin bij zong. Toen Jef in 1980 een andere parochie aangewezen kreeg, vond hij dat hij de tijd niet meer had om de drie koren op een volwaardige manier te leiden. Hij vroeg mij om Cantilene van hem over te nemen. Het waren grote muzikale schoenen om vullen want bij onze eerste deelname aan het Europees Muziekfestival voor de jeugd in Neerpelt in 1978 behaalden we meteen de eerste prijs cum laude.’
Had je ervaring als dirigent?
Luc: ‘Nee, absoluut niet. Ik ben er als 19-jarige zonder scholing ingerold. In 1981 nam ik deel aan een cursus directie in Nederland en vervolgens schreef ik me in in het Conservatorium in Antwerpen waar ik in 1986 mijn diploma koordirectie haalde. Het ging allemaal heel snel. We waren op dat moment nog een kerkkoor en luisterden veel kerkelijke vieringen op. Daarnaast werkten we naar 1 groter project per jaar waarbij we meestal met enkele andere koren uit de familie apart en samen concerteerden.’
Was er destijds voldoende repertoire voor jeugdkoren?’
Luc: ‘Cantilene was een jeugdkoor dat toen al vierstemmig zong, dus repertoire was er voldoende! Uiteraard ging ik op zoek naar gepaste muziek. Omdat ik in mijn concertprogramma’s altijd streef naar afwisseling, vonden we o.a. onze gading in het bekende Ars Musica-boek. Daaruit zongen we voornamelijk renaissancemuziek. Ook aan negro spirituals waagden we ons en Vic Nees stond ook regelmatig op het programma. Ik herinner me nog onze eerste uitvoering van Als een duif op een dak. Bijzonder was dat!’
Cantilene repeteerde op zaterdagavond en dat doen ze nog steeds. Was dat voor jullie doelpubliek geen lastige avond?’
Luc: ‘Nee, zeker niet. De leden zijn nog steeds tussen 17 en 25 jaar oud en onze repetitie stopt om 20u30 wat voor hen nog voldoende tijd biedt om andere dingen te doen. Iets wat onze koren allemaal definieert is de vriendschap tussen de leden. Vaak zien we dat ze na de repetitie samen op stap gaan. Voor mij werd het gaandeweg wel moeilijker die zaterdagavond. Het is niet de hoofdreden van mijn beslissing om te stoppen, maar het heeft er wel wat mee te maken. Ik ben ondertussen grootvader en dan worden weekends anders ingevuld.’
Kan je ons iets vertellen over de belangrijkste reden van je beslissing?
Luc: ‘In een jeugdkoor word je als dirigent niet samen ‘ouder’ met de leden zoals dat in volwassenenkoren vaak wel het geval is. Door de leeftijdsgrens wijzigt het ledenbestand volledig om de 7 à 8 jaar. Ook is er na de coronapandemie iets veranderd. We merken dat aan het engagement van de leden. Ik reageer bijvoorbeeld ook anders op eventuele afwezigheden. De afstand tussen mezelf en de jongeren is groter geworden, onze leefwerelden verschillen te veel. Als ik aanvankelijk lid was onder de leden ben ik nu grootvader tussen de jeugd.’
Hoe is het koor geëvolueerd tijdens je lange dirigeerperiode?
Luc: ‘Het feit dat het ledenbestand om de 7 jaar wijzigt heeft ook voordelen. Je kan je ervaring telkens met nieuwe mensen delen wat eventuele routine voorkomt, hoewel ik altijd voldoende nieuwigheden inplan om die routine sowieso geen kans te geven. De connectie met de kerk is weggevallen maar er wordt nog veel religieus repertoire gezongen. Misschien is wel de belangrijkste nieuwe trend in de koorwereld dat er heel anders voor koren gecomponeerd wordt. De periode van echte vernieuwing is veranderd en sommige hedendaagse koorcomponisten maken vooral muziek die gemakkelijk in het oor ligt. Dat heeft te maken met een nieuwe zangcultuur, denk ik. Ergens gedurende langere tijd je tanden op stukbijten is lastiger geworden, mensen haken dan sneller af. Daar spelen componisten op in. Dat is misschien ook de reden dat meer en meer koren zang gaan combineren met choreografie. Natuurlijk mogen we ook niet de rol van het publiek onderschatten. Ook de eisen van het (koor-)publiek zijn veranderd. Een traditioneel koorconcert ligt moeilijker. Ook zij verwachten vernieuwing.’
Afwisseling is daarvoor belangrijk voor jou?’
Luc: ‘Zeker en vast! Natuurlijk programmeer ik nu en dan Gjeilo of Lauridsen maar zal die muziek altijd afwisselen met andere muziekstijlen en - periodes. Ik word ook enorm geholpen door mijn internationaal jureerwerk. Ik kom in contact met heel wat andere culturen en dus koorculturen. Daar pik ik enorm veel nieuwe muziek op die ik deel met mijn collega’s en zangers hier. In een koor heb je goede stemmen nodig maar misschien even belangrijk is een kwalitatief en gevarieerd repertoire.’
Je stopt bij Cantilene maar je blijft actief in de muziekwereld?
Luc: ‘Ik blijf dirigent van Cantando, het kamerkoor dat ik 35 jaar geleden oprichtte. Ik wil daar nog veel interessante projecten mee doen! Het jurywerk blijf ik ook nog zo lang mogelijk doen! Dat is op een bepaald moment op mijn pad gekomen en ik ben daar nog altijd heel dankbaar voor. Ik doe dat bijzonder graag en het contact met internationale collega’s inspireert me. Tenslotte blijf ik nog enkele jaren actief in het Koninklijk Conservatorium Antwerpen waar ik docent hoofdvak koordirectie en vakgroepvoorzitter Vocale afdeling en Directie ben.’
Welke toekomst wens je voor de C-koren en de koorwereld in het algemeen?
Luc: ‘Ik hoop de koorfamilie zo lang mogelijk samen te houden en nog veel concerten te kunnen geven met Cantando. Om de vijf jaar geven we een jubileumconcert met alle 8 koren samen waarvoor ik telkens het draaiboek maak. Het is heerlijk te zien dat jongeren die naar Cantilene doorstromen via onze kinderkoren, vrienden worden en daarna elkaar terug ontmoeten in Caljenté, Con Amore of Cantando. Dat is waarvoor ik het deed en nog steeds doe. Er is een heel goede generatie jonge Vlaamse dirigenten en componisten bezig en op komst. Dus de Vlaamse koorwereld mag fier en gerust zijn. Dat komt goed. Mijn ultieme wens is zoveel mogelijk mensen aan het zingen te brengen en te houden. Het is een van de mooiste hobby’s die er zijn.’