U bent hier

Artikel

In iedere kunstdiscipline - of het nu gaat om beeldende of podiumkunsten- zijn er van die pareltjes en artiesten die veel te weinig gekend zijn. Het moment waarop je zo’n diamant of zo’n genie voor het eerst ontdekt, kan op verschillende manieren ervaren worden: van een liefde op het eerste gezicht tot een langzaam meer en meer groeiende appreciatie en zelfs adoratie. Toen ik voor de eerste keer de muziek van Jules Van Nuffel (1883-1953) hoorde, maakte ik het eerste mee: ik stond als aan de grond genageld, wist even niet meer waar ik was en was tot tranen toe bewogen door de schoonheid van zijn muziek.

Playlist opzetten

Jules wie?

Eigen aan die te weinig gekende genieën is, dat ze… welja, te weinig gekend zijn. Bij Jules Van Nuffel is dat niet anders. Binnen een bepaalde groep muzikanten (voornamelijk oud-studenten Lemmensinstituut) roept zijn naam herinneringen aan prachtige grootse feestconcerten op, maar het gros van koor- en muziekminnend Vlaanderen en België zal geen idee hebben wie deze man was.


Le petit Mozart

Jules Van Nuffel werd in 1883 geboren in Hemiksem in een tijd waarin Vlaanderen nog een zeer vrome katholieke streek was. Als jonge knaap bleek hij, muzikaal opgevoed door z’n moeder, reeds een grote aanleg voor muziek te hebben en speelde hij op het orgel in de plaatselijke parochiekerk. Aan het kleinseminarie viel zijn muzikale begaafdheid snel op, en kreeg hij de bijnaam ‘le petit Mozart’. Hij werd aangesteld als organist van de school en schreef zijn eerste composities. Door zijn grote bekommernis om de kwaliteit van de religieuze muziek, besloot hij de priesterstudies aan te vatten met het verlangen om zijn muzikaal talent ten dienste van de Kerk te stellen.

Grotendeels autodidact

Aan het grootseminarie kreeg hij les van onder andere Oscar Depuydt (1858-1925, leraar piano en orgel aan het Lemmens, en orgel en harmonie aan het seminarie) en Alfons Desmet (1864-1944, orgelleraar aan het Brussels conservatorium). Een belangrijk deel van zijn muzikale ontplooiing was echter steeds de zelfstudie. Als componist is hij dan ook als grotendeels autodidact te beschouwen. Hij vormde met de beste zangers van Edgar Tinels Schola Cantorum een eigen koortje waar hij z’n eerste koorcomposities voor schrijft. In 1903 verscheen het Motu proprio van paus Pius X, waarin de paus voor de heropwaardering van de kerkmuziek ijverde. Van Nuffel bestudeerde het document goed en propageerde de inhoud overal. Het uitroeien van de ingeslopen misbruiken en het bevorderen van de deugdelijk uitgevoerde gewijde muziek begon zijn levensdoel te worden.

Muziekleraar aan het kleinseminarie

In aanloop naar zijn priesterwijding in mei 1907 kreeg hij van hogerhand de toestemming om studies aan het Mechels Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek, het latere Lemmensinstituut, aan te vatten. Zijn carrière als student aan het Lemmensinstituut was echter van korte duur. Van Nuffel botste met de eerder conservatief-romantische directeur Edgar Tinel die de modernistischere composities van Van Nuffel niet kon smaken. Na slechts drie maanden aan het instituut zou Van Nuffel na bijtende kritiek van Tinel de klas uitstormen om nooit meer als leerling terug te keren.

Intussen werd Van Nuffel ook aangesteld als muziekleraar aan het kleinseminarie. Tijdens deze periode nam zijn bekendheid als musicus langzaamaan toe. Rond 1910 publiceerde hij ook zijn eerste muziekwetenschappelijke artikels, onder andere in het tijdschrift Musica Sacra. Ook was hij een veelgevraagde gast om lezingen te geven over diverse onderwerpen, onder andere over Muziek en Onderwijs. Hij was een vurig bepleiter van de plaats van muziek in het onderwijs.

Lees verder onder de playlist.

Jules Van Nuffel

Ontdek de belangrijkste werken via deze speellijst.

Dirigent-oprichter van het Sint-Romboutskoor

In mei 1916 kreeg Van Nuffel van kardinaal Mercier, na een succesvolle uitvoering van zijn compositie Super flumina Babylonis, de opdracht om een koor op te richten aan de metropolitane kerk, de Sint-Romboutskathedraal. Het koor genoot veel faam en kon dankzij de medewerking van het Sint-Romboutscollege rekenen op een continue instroom van nieuwe leden, waardoor het ledenaantal groeide van 27 in 1916, tot meer dan 250 in 1946 bij het dertigjarig jubileum van het koor. Het koor werd ook in het buitenland bekend.

Componist Raymond Schroyens (1933-2021) haalt in zijn biografie herinneringen aan Van Nuffel als dirigent op: “Een paar woorden uitleg van zijn kant, en hij schoot in actie. Hij neuriede veelal mee met de knapen, en animeerde elk van hen – bij wijze van spreken – ‘persoonlijk’. Naarmate de muziek zich ontplooide, muteerden Van Nuffels ogen geleidelijk van myopisch tot hypnotisch. Een diep gegrom volgde dan ook een zacht gezoem. Dirigeren deed hij niet, hij modelleerde de zanglijnen eerder met de handen van een boetseerder.”
 

Naarmate de muziek zich ontplooide, muteerden Van Nuffels ogen geleidelijk van myopisch tot hypnotisch. Een diep gegrom volgde dan ook een zacht gezoem. Dirigeren deed hij niet, hij modelleerde de zanglijnen eerder met de handen van een boetseerder.
Componist Raymond Schroyens (1933-2021) in zijn biografie over over Van Nuffel


Directeur van het Lemmensinstituut

Evenwaardige erkenning van opleidingen en diploma's

In 1918 werd Jules Van Nuffel door kardinaal Mercier aangesteld als directeur van het Interdiocesaan Instituut voor Kerkmuziek (het latere Lemmensinstituut, toen nog in Mechelen gevestigd). Van Nuffel erfde een instituut dat bijna op sterven na dood was. Tijdens de oorlog waren slechts twaalf studenten de cursussen blijven volgen, en in 1917 was directeur Aloïs Desmet gestorven en bleef Oscar Depuydt als enige leerkracht over. Er werden nieuwe leraars aangetrokken en nieuwe cursussen ingericht. Tegen 1929 was het aanzien van het instituut in binnen- én buitenland zo gestegen dat bij dit vijftigjarig jubileum van het instituut niet enkel een positieve balans werd opgemaakt van de alumni die zich tot ver in het buitenland hadden verspreid om daar de kerkmuziek verder tot nieuwe hoogten te tillen, maar zelfs de paus een boodschap liet toekomen waarin hij de verdiensten van de directeur in het bijzonder prees. Een niet onbelangrijke prestatie van Van Nuffel - waar we vandaag de dag nog steeds de vruchten van plukken- was ook, dat hij de opleidingen en diploma’s van het Lemmensinstituut door de Belgische overheid liet erkennen als evenwaardig aan die van de conservatoria. Rond het jaar 1935/1936 was het aantal studenten gestegen van 12 naar 115.

Muziekonderzoek

In tussentijd bleef de componist-dirigent ook actief als muziekonderzoeker. Met name de herontdekking van de muziek van Philippus De Monte (1521-1603) en de heruitgave van diens muziek vormde een belangrijk onderdeel van zijn onderzoek, waarvoor hij gans Europa afreisde. Hij publiceerde ook talloze artikels en gaf verschillende lezingen over religieuze muziek en muziekwetenschappelijk onderzoek. In 1933 stond hij mee aan de wieg van de Nederlandstalige cursus muziekgeschiedenis aan de Leuvense universiteit, en werkte hij mee aan de oprichting van wat in 1944 de opleiding musicologie aan de KU Leuven zou worden. Dankzij Marcel Andries (1921-1965, oud-docent muziekpedagogie aan het Lemmens en conservatorium Antwerpen) weten we hoe Van Nuffel les gaf: “Het grootste deel van de les wordt gewijd aan de studie van een of ander kunstwerk op de partituur. Hij wijdt ons in in de werken, zowel van de polyfonie als van de Bachperiode, van de klassieke meesters tot de modernen… Hij weet bij de ontleding ervan de meest geheime hoeken te ontsluieren, legt de vinger op de fijnste details. Maar dit is geen louter wetenschappelijk onderzoek, hij staat ondertussen in bewondering voor de mooie melodische lijnen, harmonische vondsten, verrassende modulatorische wendingen, contrapuntische dooreenstrengelingen, doorgrondt de inhoud en de vorm van het werk, de instrumentatie, de kleurwisselingen, de ritmiek, de dynamische ontwikkeling, de tonaliteitsverhoudingen tussen de verschillende delen. Kortom alles wat in de partituur te vinden is wordt belicht, beleefd en gereproduceerd… Het klavier wordt dikwijls opengelegd om duidelijker de harmonische ontwikkelingen in het gehoor te prenten, om fijne schakeringen te onderlijnen…”

Hij weet bij de ontleding ervan de meest geheime hoeken te ontsluieren, legt de vinger op de fijnste details.

De componist

Vandaag de dag is Van Nuffel vooral als componist nog erg belangrijk. Als autodidact bestudeerde hij de werken van de groten: naast Wagner - zijn favoriete componist -  ook Honegger, Vaughan Williams, Bruckner, de Klerk,…. Zijn oeuvre bestaat voor het overgrote deel uit vocale muziek - hij schreef slechts drie instrumentale werkjes -, waarvan het grootste deel de religieuze koormuziek beslaat.


Laat-romantisch

Zijn stijl is voluit laat-romantisch, maar verraadt veel moderne invloeden. Hij schildert kleuren zoals de grootste impressionistische componisten hem voordeden, en hanteert stijlelementen van de expressionistische grootmeesters. Luister eens naar het begin van psalm 6 Domine, ne in furore, het heeft een sprekend expressionistisch karakter. In zijn profane muziek blijkt zijn voorliefde voor de poëzie van Guido Gezelle, maar het meest is hij in zijn element in de religieuze muziek.

Acht psalmen als hoogtepunt

De acht grote psalmen vormen zowat het hoogtepunt van zijn muziek. Het zijn expressieve, gevoelige zettingen van de psalmteksten in het Latijn, voor gemengd koor (4- tot 8-stemmig) en orgelbegeleiding (met uitzondering van psalm 141/142 Voce mea, die volledig a capella is). De twee meest bekende zijn wellicht Super flumina Babylonis en In convertendo, maar ook de andere zijn stuk voor stuk pareltjes. Typisch in deze en andere koorwerken van Van Nuffel, is de eerbiedige behandeling van de (Latijnse) tekst. Van Nuffel wisselt voortdurend tussen verschillende maatsoorten om de natuurlijke prosodie van het (Kerk-)Latijn te eerbiedigen en de woordaccenten telkens mooi in hun plooi te laten vallen. Verder vallen een evenwichtige afwisseling tussen homofone en polyfone passages op, de eerder genoemde impressionistische kleurakkoorden en een heldere structuur waarbij iedere zin van de tekst een andere thematische uitwerking krijgt, en met name in de psalmen het einde meestal een herneming van het begin is waardoor het geheel een mooie boogstructuur krijgt.

Tijdens de gestage bevrijding van België componeerde Van Nuffel een groots Te Deum - zijn derde reeds, voor zevenstemming koor, orgel en tien koperblazers- , met het doel dit uit te voeren bij de terugkeer van koning Leopold III voor wie hij veel bewondering koesterde. Door de hele koningskwestie moest de uitvoering ervan echter uitgesteld worden. Het werk werd dan uitgevoerd voor het dertigjarig jubileum van het Sint-Romboutskoor, op 19 mei 1946. Voor de gelegenheid werd het koor uitgebreid met 75 gelegenheidszangers, tot een grootte van 325 zangers.
 

Levenseinde

Men kan zich inbeelden welke impact de combinatie van jobs had op de mens Jules Van Nuffel: de directie van het Lemmensinstituut, de leiding van het gigantische Sint-Romboutskoor, de redactie van het tijdschrift Musica Sacra, het muziekwetenschappelijk onderzoek, de lezingen, internationale congressen,… Talrijk zijn de getuigen die bevestigen dat hij in al deze ondernemingen zich met ontembare geestdrift en werkkracht inzette, zonder zichzelf te sparen. Zoals in de biografie van Raymond Schroyens staat: “Van Nuffel was zeer hevig van temperament en emoties konden hem sterk aangrijpen. Hij was dan ook geheel en al werkkracht, dynamisme, inzet en doorzettingsvermogen.” Zijn ogen gingen naar het einde van de tweede wereldoorlog sterk achteruit en hij kreeg enkele beroertes. Na een kort verblijf in een rusthuis in Wilrijk, gaf Kardinaal Van Roey Mgr. Van Nuffel zijn laatste zegen, waarna de componist zachtjes insliep op 25 juni 1953. Mgr. Jules Van Nuffel werd begraven op het kerkhof te Hemiksem.
 

Concerten

Op 1 en 3 juni slaan twee Leuvense (Leuvens Alumnikoor, A Chantar) en twee Mechelse koren (Mechels Kathedraalkoor en Vokalis) de handen in elkaar voor twee feestconcerten naar aanleiding van 140 jaar Jules Van Nuffel. Koen Vits en Johan Van Bouwelen, beiden dirigent en Van Nuffel-expert, stelden een programma samen dat alle facetten van deze onbekende grootmeester belicht.

Info en tickets

Terug naar boven