U bent hier

Artikel
Onderzoek

Een bloeiende zang- en koorcultuur heeft een goede instroom nodig van zangers en bovendien zijn koorprojecten altijd op zoek naar publiek. Om die zangers en publiek aan te trekken is het noodzakelijk dat het imago van koren en samen zingen aantrekkelijk genoeg is. Koor&Stem vroeg zich af hoe de doorsnee Vlaming denkt over koorzingen en liet een perceptie-onderzoek uitvoeren.

Het onderzoek bevroeg 1.010 Vlamingen, waarvan 22% wel en 78% nog niet eerder zelf in een koor zong. Het ging drie zaken na: de bekendheid van het concept koorzingen, de perceptie die mensen er van hebben en de triggers of drempels om zelf ergens te gaan meezingen of naar een koor te gaan luisteren.  

Hoe (goed) kennen mensen het concept koorzingen?

Waar maken mensen kennis met het concept van koorzingen?  Vrienden of familieleden die in een koor zingen vormen voor veel mensen een eerste contact met een koor. Ook tv-programma’s spelen een rol. Voor oudere respondenten waren ook de vroegere school of radioprogramma’s een aanleiding, wat bij jongere generaties veel minder het geval is.  Als we gaan kijken welke vermeldingen respondenten maakten van concerten die ze zich herinneren, komen het kerkkoor en het lokale koor ook sterk naar voor.

Een grote verdienste voor de bekendheid van koorzingen schrijven we toe aan een paar projecten die goed opgepikt werden door de media en die zijn blijven hangen bij het brede niet-koorzingende publiek. Meest opvallend zijn de bekendheid van Scala & Kolacny Brothers, Night of the proms, de muziekshow Bart Peeters Deluxe en Kinderen voor Kinderen. 

Scala & Kolacny Brothers springt het meest in het oog

gert_daemen-50_groot_bestand.jpg

SCALA & Kolacny Brothers © Gert Daemen

Scala & Kolacny Brothers springt het meest in het oog. Zowel bij het vragen naar spontane associaties met 'koorzingen' (22%), een peiling naar koorconcerten die respondenten zich herinnerden (21%) en een peiling naar de bekendheid van bepaalde initiatieven (58%) schiet Scala boven de antwoorden uit . Dat maakt Scala ongetwijfeld het bekendste koor in Vlaanderen. Het begon als een (klassiek) meisjeskoor (kinderkoor) en werd bij het grote publiek voor het eerst bekend in 1999 als winnaar van Koor van het Jaar. Dat was een wedstrijd van Koor&Stem voor amateurkoren. Dankzij een samenwerking met de BRT voor de uitzending van de finales, werd in de optredens van de finalisten het visuele aspect en showgehalte op het podium belangrijk. Voor de koorwereld was dit toen nog nieuw, maar de invloed van die tv-uitzendingen zijn nu nog voelbaar. Scala bouwde op dit gegeven verder en vond haar succesformule in een combinatie van showgehalte en klassieke arrangementen van popnummers. Haar grootste bekendheid verwierf Scala sinds het koor soundtracks voor films begon in te zingen. 

Andere gekende koorzangprojecten

Ook het grote 500-koppige koor in de muziekshow Bart Peeters Deluxe is duidelijk in het oog gesprongen en heeft voor veel mensen een kennismaking met koorzang betekend (als zanger of publiek). Deze show komt voort uit het initiatief In Koor van Zaterdag Zondag o.l.v. Hans Primusz en maakt al jaren opgang. Het concept van In Koor mikt op een breed bereik door samenwerking met bekende zangers en popgroepen (Lady Linn, K’s Choice, …), door de afbakening in de tijd (pop-upkoor,  geen langdurig engagement) en door het creëren van een veilige omgeving door de grootte van de groep en een goede professionele begeleiding.  

Night of The Proms doet het ongetwijfeld  goed bij het publiek om gelijkaardige redenen.  Een mix van bekende artiesten met groot orkest en koor, bekende popmuziek en klassiek dragen bij tot de succesformule. Sinds 1995 staat het koor Fine Fleur er op de planken en dat gaat niet onopgemerkt voorbije blijkbaar. Voor 14% van de respondenten was dit een koorconcert dat bijgebleven was. Andere koorzangprojecten die bij minimum 10% van de respondenten gekend waren: de film Pitch Perfect, de World Choir Games en Pentatonix.  

De uitgebreide publieke aandacht voor deze projecten staat in jammer contrast met de zwakke aanwezigheid of populariteit van koren in het publieke domein. De grootste reden voor het succes van deze projecten was geen onderwerp van dit onderzoek. Enkele mogelijke verklaringen liggen wel voor de hand. Ten eerste garanderen deze projecten herkenbaarheid omdat ze werken met koorarrangementen van bekende popmuziek. Ten tweede ontwikkelen ze een werking rond elementen die reeds populair zijn in het publieke domein zoals bekende artiesten, hits, films.

In tegenstelling dus tot het moeten zoeken naar een breed publiek voor een koorproject, slaagden In Koor, Scala en Night of the Proms er in om een koorproject toe te voegen aan iets dat reeds bij een breed publiek gekend en populair is. 

Waaraan denken mensen bij het begrip koorzingen?

78% van de respondenten zong zelf nog nooit in een koor maar er is wel een duidelijk positieve of nieuwsgierige houding naar koorzingen toe. Het wordt beschouwd als een waardevol groepsgebeuren en koorzangers worden aanzien als getalenteerde mensen. Slechts 19% geeft aan echt niet graag te luisteren naar muziek waar een vorm van koor in voorkomt. 

Een interessante oefening in het onderzoek was het verzamelen van spontane associaties van respondenten met het concept zingen in een koor. De meest voorkomende associaties kunnen worden samengevat onder de categorieën groepsgebeuren, kerk en Scala. 40% van de bevraagden maakt religieuze associaties. Dat is een restant van een sterke historische traditie van kerkkoren in Vlaanderen. Het is echter ook niet verbazend als we verderop in het onderzoek ontdekken dat 21% van de respondenten bij ervaringen met kooroptredens een optreden van een kerkkoor vermeldt. Hoewel de overgrote meerderheid van koren vandaag een (seculiere) werking heeft die los staat van de kerk, blijft voor vele mensen een eerste kennismaking met een koor plaatsvinden tijdens een kerkviering.

De associatie van koren met de kerk blijft echter niet consequent opduiken in het onderzoek.  Zo gaven we de respondenten een reeks begrippen waarbij ze moesten aangeven hoezeer die met koor konden worden geassocieerd. Hoewel in deze vraag de associatie met de kerk werd afgetoetst, kwam het kerkelijke gegeven hier niet naar boven. Dominante associaties draaiden rond het idee van samen met anderen iets te doen, het groepsgebeuren en de sociale waarde van een koor. Dingen die dan weer net helemaal niet worden geassocieerd met koorzingen zijn oubolligheid, saaiheid, valsheid, ontoegankelijkheid of individueel uitblinken.  

Hoe vertaalt zich dat naar publieksomkomsten en publieksverwachtingen?

Het is duidelijk dat de perceptie van het gegeven koor heel divers is. Hoe vertaalt zich dat naar publieksopkomsten en publieksverwachtingen? Slechts 14% van de bevraagden zegt echt geen interesse te hebben om naar een kooroptreden te gaan. Dat correspondeert echter met de 15% correspondenten die aangeven tout court niet graag naar muziekconcerten te gaan. 63% van de bevraagden gaf aan ooit al eens een koor aan het werk te hebben gezien. De belangrijkste beweegredenen daarvoor waren een eigen interesse (34%) of het kennen van iemand die in het koor zingt (36%).

Dat wil concreet zeggen dat het publiekspotentieel voor koorconcerten goed zit, ook buiten de achterban van het koor. 

Sfeer, muzikale kwaliteit en totaalbeleving

Een heel interessante vraag werd gesteld aan de 22% respondenten die nog nooit naar een kooroptreden waren geweest maar wel interesse hadden. We vroegen hen wat ze hoopten te kunnen beleven op een koorconcert. In deze open vraag kwamen drie zaken het vaakst naar voor: een gezellige sfeer, een sterke muzikale kwaliteit en een totaalbeleving.  

Er komen in deze antwoorden bijvoorbeeld begrippen naar voor als sfeer, magisch, ontspannend, beleving, zich laten overweldigen, enthousiasme, spektakel, mooi,…  ‘Totaalbeleving’ kan voor iedereen iets anders betekenen en bij ieder koor op een andere manier vertaald worden. Een belangrijke conclusie om uit dit onderzoek mee te nemen is toch dat mensen meer verwachten dan enkel naar wat liedjes luisteren. Muziek is voor iedereen op elk moment van de dag beschikbaar, het verbaast niet dat mensen meerwaarde zoeken in een live optreden. Ze willen worden meegesleept tijdens een live concert. En dat kan op heel veel verschillende manier: een goed programmatie met de juiste muziek, een afgewerkte uitvoering, het spelen met ruimte, beweging, decor, show, enzovoort. 


Waarom zingen wij (niet)? 

Dat brengt ons tenslotte bij de vraag wat de (on)aantrekkelijkheid is van het zelf zingen in een koor. 63% van de bevraagden in dit onderzoek geeft aan graag te zingen, maar slechts 22% van hen is nu of was ooit actief in een vorm van koor. Hoewel meer dan de helft  aangeeft graag te zingen, geeft toch 66% specifiek te kennen geen interesse te hebben in het zingen in een koor(project). Waarom hebben mensen die graag zingen geen interesse in het samen zingen met anderen? 

© Wim Gelders
De bevraagden die nog niet in een koor(project) hebben gezongen, hoewel ze daar wel interesse in hebben, geven aan dat ze aarzelen door tijdsgebrek of een gebrek aan zangtalent. Toch geeft ook een deel van hen aan dat ze geen goede initiatieven hebben in hun buurt. Ook wie vroeger zong en gestopt is, geeft aan dat tijdgebrek daar de hoofdreden van is. Bij sommigen was een vroegere koorervaring op school gesitueerd of was een veranderde zangstem de oorzaak van het niet langer in koor zingen. 

Een (vermeend) gebrek aan zangtalent

Die oorzaken blijken niet zo heel anders bij de bevraagden die aangeven ‘geen interesse’ te hebben in koorzingen. Slechts een vijfde van hen geeft aan dat de oorzaak echt ligt bij desinteresse of een gebrek aan tijd. Oorzaak nummer één blijkt een (vermeend) gebrek aan zangtalent. Dat meer dan de helft van de bevraagden graag zingt en toch slechts 4% van hen dat momenteel doet, is dus hoofdzakelijk te wijten aan één ding: ze vinden dat ze niet kunnen zingen. Goed kunnen zingen is voor hen een voorwaarde om in een koorproject te stappen. Slechts op de tweede plaats komt dat door tijdsgebrek. 
 

Wat zijn belangrijke voorwaarden om in een koor te stappen? Een goede professionele begeleiding en de belofte er te kunnen leren zingen.

Wat kan er mensen alsnog overtuigen om (opnieuw) in een koor te gaan? Het mag niet verbazen dat het antwoord op deze vraag verband houdt met de grootste hindernis die mensen tegenhoudt om te zingen: hun zangtalent. Zowel voor de aarzelaars/stoppers als de ongeïnteresseerden in dit onderzoek zijn een goede professionele begeleiding en de belofte dat ze er zullen leren zingen belangrijke voorwaarden zijn om in een koor te stappen. Mensen die onzeker zijn over hun zangstem willen met andere woorden zeker zijn dat ze in een koor echt beter kunnen leren worden. Voor de aarzelaars en stoppers speelden ook andere kansen een rol, zoals het kunnen zingen met goede instrumentale begeleiding, het leren kennen van nieuwe muziek of het kunnen zingen in een grote groep.  

 

Hoe kunnen we omgaan met bestaande drempels tot het koorleven?

Uit dit onderzoek blijkt dat koorzingen gezien wordt als een waardevol groepsgebeuren, een fijne hobby waar je samen met anderen iets kan verwezenlijken, maar lidmaatschap van die groep blijkt te worden bepaald door een talent: het kunnen zingen.  

Terwijl het uiteraard fijn is dat er naar koorzingen gekeken wordt als iets kwalitatief, is muzikale kwaliteit voor veel mensen echter ook een voorwaarde om het zelf ‘te mogen doen’. Een goed optreden om naartoe te gaan moet kwalitatief hoog zijn, maar een zanger moet ook van voldoende kwaliteit zijn om in een koor te gaan zingen, anders blijft die thuis veilig onder de douche zingen. Dit gooit een barrière op voor iedereen die van zichzelf vindt dat er geen zangkwaliteit aanwezig is. De hoofdreden waarom mensen niet in een koor zingen is dan ook niet vanuit desinteresse in het concept, maar wel vanuit een echt of vermeend gebrek aan zangtalent. Het gevoel niet goed te zijn in zingen, is voldoende om iemand van de hobby weg te houden.  

Wijst dit mogelijk op een perceptie van de stem als een gegeven – die is goed of slecht, je kan zingen of je kan het niet – in plaats van als een instrument dat je kan leren gebruiken en dat je kan verbeteren met oefening? Toegegeven, je kan ook niet spelen in een orkest of fanfare als je niet eerst een instrument hebt leren bespelen. Maar koren verschillen net daarin van orkesten: heel wat koren staan open voor iedere zanger, ongeacht het zangtalent, en geven net de unieke opportuniteit om al doende samen te leren zingen. Ook tal van samenzangprojecten met losse zangavonden, geven mensen de kans te komen zingen ongeacht hun zangtalent.  

Gelukkig zijn er veel mensen die duidelijk in een koor willen leren zingen. Goede, professionele begeleiding in het koor, die garant staat voor een belangrijk leerproces, blijkt een heel belangrijke trigger te zijn om iemand te overtuigen in een koorproject te stappen. Dit geeft duidelijk aan hoe belangrijk het is om in koren of andere zanginitiatieven voldoende oog te hebben voor vocale ondersteuning en educatie. Is de stap naar een groep echter nog te groot wegens stemonzekerheid, dan is het des te belangrijk om ook te blijven investeren in individuele leertrajecten, die mensen kunnen helpen vertrouwd te worden met hun stem en die te leren gebruiken, tot ze zelfzeker genoeg zijn om in groep te gaan zingen. Laat ook dit een belangrijk aandachtspunt zijn om mee te nemen naar toekomstige koorwerkingen, -projecten en evenementen! 

Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met Volt District uit Gent.

Dit geeft duidelijk aan hoe belangrijk het is om in koren of andere zanginitiatieven voldoende oog te hebben voor vocale ondersteuning en educatie.

Terug naar boven